vrijdag 4 maart 2011

Een pruimenboom in Franks tuin


Er werd gebeld aan de voordeur. Oom Hans stond onder het portiekje. Je zag hem niet goed, want hij stond ook in de schaduw van de grote blauwe regen, die weer over het portiekje hing. Oom Hans was de jongere broer van Franks moeder. Zij had open gedaan en Frank bleef achter haar, tot hij oom Hans herkende.
‘Dag, Marja, dag Frank. Hoe is het hier? Goed, hoop ik. Marja, ik heb voor je verjaardag een pruimenboom meegebracht. Die zullen we direct gaan planten, het is er prachtig weer voor.


‘Dat is leuk Han, kom maar gauw binnen, dan drinken we eerst een kopje koffie. Wil je er een gevulde koek bij?’
‘Heerlijk’, zei oom Hans, en ging aan de tafel zitten. De deuren naar de tuin stonden open, je hoorde allerlei vogels zingen.
‘Mama’, zei Frank, ‘je bent toch al jarig geweest?’
‘Dat klopt, dat is al twee weken geleden, maar toen kon oom Hans niet komen. Het is nu bijna jouw verjaardag, hè? Wat vraag je eigenlijk voor je verjaardag?’
Dat gaf Frank te denken. Daar wist hij niet zomaar een antwoord op.

Toen de koffie op was, haalde moeder met Han een schep uit de bijkeuken en liepen ze door de tuin. Ze keken om zich heen en wezen verschillende plaatsen aan.
‘Hier dan maar’, vroeg oom Hans? ‘Dat is prima, dan hebben we er later veel schaduw van’, antwoordde zijn moeder.
Oom Hans begon te graven. Hij was nog jong, vond Frank, en hij was heel sterk. Een stuk uit het grasveld, een diep gat in het zwarte zand en dan de boom erin. Zijn moeder kwam met twee emmers water aanlopen. Die werden naast de boom in het gat gegoten. Daarna hield Franks moeder de boom netjes recht en schepte oom Hans het zand er weer in.
De boom leek opeens een stuk kleiner.


Frank en Bolletje onder de pruimenboom. Op de achtergrond het 'grote bor-
des' en de bijkeuken met het platje.


‘Zo, nou moeten we een paar jaartjes wachten voor er pruimen aankomen, dan kom ik ze opeten’, zei oom Hans. ‘Prettige dag verder, tot ziens maar weer’. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten