maandag 17 januari 2011

Hoe klein kun je zijn

 De meneer was dus weg en de Frank had zijn eigen kamertje. Hij sliep in een opklapbed, net als zijn broertje. Ja, er was opeens een broertje. Hij vroeg zich natuurlijk niet af waar dat broertje vandaan was gekomen, het was er gewoon. 
Als hij ’s avonds naar bed werd gebracht, deed zijn moeder de luiken en de gordijnen dicht. Ze klapte het bed naar beneden, trok de dekens recht en sloeg een punt van het dek open. 's Winters dikke, harige dekens waar hij kippenvel van kreeg. Daar kon hij dan in zijn bed stappen. Maar eerst moest hij zijn tanden poetsen bij de wastafel. De po, die van beneden was meegenomen, stond nu aan het hoofdeinde onder zijn bed.

Hij moest ‘s nachts vaak plassen en deed dat, in het donker, op de po. Het was gelukkig nooit helemaal donker, want er scheen altijd wat licht door de bovenkant van de gordijnen. ’s Morgens als hij moest opstaan, klopte zijn vader op de deur. Die moest altijd vroeg naar kantoor. De nachten leken altijd lang doordat hij zo vaak wakker werd en dan niet meteen weer in slaap viel. Vooral als het koud was, stond hij niet graag op.

Frank ging nog niet naar school. Hij speelde veel in de tuin. Het was een grote tuin, rondom het huis. Het was het enige huis in de straat met zo’n tuin. Er stonden bomen en struiken in. Achterin, bij de oude schutting en het hek tussen de tuinen van de buren, was het een wildernis. Frank vond het heerlijk onder planten met grote bladeren weg te kruipen en dan te kijken naar de insecten. Spinnetjes vond hij eng, maar niet heel erg. Vlinders vond hij mooi.

Er waren voor Frank nog geen speciale gebeurtenissen. Hij was er, hij keek, voelde en zag steeds weer veranderingen: lappen voor de onderkant van de dubbele tuindeuren, openstaande tuindeuren, fel geel bloeiende struiken en mooie bloemen, bessen aan de struiken, appels en peren aan de bomen en later op de grond, gele en rode bladeren en dan weer sneeuw. Veel sneeuw, waar hij altijd heel koude handen van kreeg. En rode wangen. En hij genoot van alles.

De wereld van Frank was klein, en alles wat ertoe behoorde reuzegroot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten